Woensdag 15 juli 2009
Verslag zeereisje met vrachtschip TOR PETUNIA
-----------------------------------------------------------
Zeereisje met het ro-ro vrachtschip TOR PETUNIA vanuit de haven van Gent

Vanuit de haven van Gent kun je als passagier met een vrachtschip meevaren naar Noorwegen en Zweden, heen en terug.

Het schip is een ro-ro vrachtschip van de Tor Line dat, tesamen met een paar zusterschepen,
een vaste transportdienst verzekert voor Volvo-cars.
Het vervoert dan hoofdzakelijk nieuwe personenwagens en containers van en naar Gent en Göteborg in Zweden, of Brevik in Noorwegen.
Het zijn voornamelijk de zusterschepen TOR PETUNIA, TOR PRIMULA, en TOR MAGNOLIA van DFDS Tor Line die in regelmatige en vaste dienst de haven van Gent wekelijks aandoen.
Er zijn in deze schepen, naast de accommodatie voor de bemanning die apart is uitgevoerd, ook een twaalftal kajuiten voorzien voor meevarende passagiers, waarvan zes enkelbed, en zes dubbelbed.
Meestal zijn het chauffeurs met camion, of vakantiegangers die met hun wagen, caravan, of motor, de oversteek naar Zweden of Noorwegen doen met dit schip, en dan verder reizen met eigen middelen.
Maar er zijn ook enkelingen zoals ik, die puur uit interesse een reisje heen en weer maken aan boord van dit zeeschip dat geen cruiseschip is.
De prijs valt nogal mee, 360 euro voor heen en terugreis, alles inbegrepen.

En dus boekte ik zo'n reisje heen en terug naar Göteborg in Zweden.
Dit zeereisje met de TOR PETUNIA zou zo'n vier dagen in beslag nemen, en dat kwam mij goed uit.

Het was donderdag 2 juli 2009 als ik om 12 uur s'middags thuis met de wagen vertrok naar de haven van Gent niet zo heel ver van mijn deur.
Het schip zou om 16 uur vertrekken maar passagiers dienden 2 tot 3 uur op voorhand in te checken.

Ik was alleen en had een klein draagtasje bij mij met mijn essentiele zaken erin, en een grotere draagtas met mijn reservekleren en mijn andere spullen erin.
Het was die dag prachtig mooi weer en heel warm zodat ik mij heel licht en zomers kon kleden.
Toch had ik in mijn bagage ook warmere kledij voorzien, want op zee zou het ook frisser zijn en van het weer is men nooit zeker.

Aan de DFDS EuroBridge -Terminal van het Mercatordok aangekomen parkeerde ik mijn wagen op de bezoekersparking naast de gate, en meldde mij met mijn bagage aan bij de gate.
Men vroeg mijn identiteitskaart, die ik na controle terugkreeg met een bevestigingsdocument, en een apart document met een codenummer erop. Met dit codenummer moest ik mij naar een poort aan de omheining van het domein begeven en daar dit nummer intikken op een klaviertje dat aan de poort bevestigd zat.
Door de poort, die zich opende met mijn code, begaf ik mij naar het schip waar ik mij aan de achterkant van het schip moest melden bij een bemanningslid die daar wacht hield.
Van hieraf was het in het Engels te doen want de bemanning van het schip was Deens en sprak
alleen Deens met als tweede taal Engels. Het schip voer trouwens onder Deense vlag.

De TOR PETUNIA lag daar groots en statig aan de kade met geopende achterpoort.
Ik was een tijdje te vroeg en moest dus wachten omdat men de kajuiten nog aan het kuisen was.
Dus hield ik de man van wacht maar wat gezelschap en begon een praatje met hem.
Dat ging niet gemakkelijk want zijn Engels was eerder gebrekkig, en het enorme lawaai
van op en af rijdende camions en auto's, waarmee het schip op dat ogenblik geladen werd, maakte het nog moeilijker.
Het was indrukwekkend om zien hoe het personeel de grote containers nauwkeurig en zonder aarzelen op de scheepsdekken plaatste. Ter zelfdertijd waren anderen nieuwe wagens uit Zweden het schip aan het uitrijden, en nieuwe wagens uit de fabriek van Gent, het schip aan het binnenrijden. Een busje reed op en af om de chauffeurs af te halen.
Het tempo en het lawaai waarmee dit alles gebeurde was razend.

Rond 14 uur kwamen nog twee motorrijders aangereden.
Eveneens passagiers die met hun zware motor de oversteek naar Zweden gingen maken.

Om 14 uur mochten we dan naar boven naar onze kajuiten.
Een bemanningslid bracht ons met een kleine lift naar het dek met de kajuiten en daar kregen we onze kajuitsleutel en konden we onze bagage uitpakken.

Uiteraard werd direct aangevangen met de verkenning van het schip.
Het gedeelte voor de passagiers lag aan stuurboord, apart van het gedeelte van de bemanning dat aan bakboord lag.
De mess voor de passagiers lag vlak bij mijn kajuit en dus ging ik daar al eens een kijkje nemen. Zij was netjes uitgevoerd met drie tafeltjes met elk vier zeteltjes.
Naast de mess was ook een klein salon.
Daar was vloertapijt, en er stonden gezellige zetels en tafeltjes en een kastje met TV, DVD-speler en audio installatie.
Grote vensters gaven uit op het voorplecht en de zijkant van het schip met zicht op zee.

De beide motorrijders waren ondertussen ook al in de mess en waren met een andere passagierster aan het kennis maken, en dat deed ik dan ook maar.
We waren blijkbaar met vijf passagiers, de twee motorrijders, een koppeltje uit West Vlaanderen, en ikzelf.
Na de kennismaking ging ieder naar eigen goesting de rest van het schip verkennen, en belandden we op het dek dat voorzien was voor de passagiers.
We liepen overal wat rond en hingen veel over de reling om te kijken naar de activiteiten in de haven.
Rond 16 uur werd het alsmaar stiller rond het schip en ging de laadpoort achteraan het schip dicht. We vertrokken stipt om 16uur.

Heel voorzichtig als in een porseleinwinkel maakte het schip zich zijwaarts los van de kade en voer achterwaarts het dok uit.
Eens uit het dok schakelde het in vooruit en voer traag de haven uit.
Een van de motorrijders kwam naast mij staan terwijl hij ver beneden op de kaai een paar mensen met een kind toewuifde.
'Mijn dochtertje weent' prevelde hij tegen mij zichtbaar aangedaan.
Blijkbaar waren vrouw en dochtertje tezamen met een ander familielid de man komen uitwuiven op de kade.
Later vertelde hij me dat hij tezamen met een vriend jaarlijks een verre tocht maakt met de motor. Nu zouden zij een stuk Noorwegen doen.
Ook het koppeltje, dat hun wagen op de boot had gebracht om ermee door te reizen vanuit Zweden, zou een heel stuk Scandinavië doen.
Zachtjes gleed de boot langs kaaien en zware industrie de haven uit.
De opgedraaide brug van Zelzate voorbij waar wachtende fietsers respectvol opkeken naar de reus die voorbijvoer.
Even voorbij Sas van Gent voeren we voorbij een zwembad op de kant, vol met kinderen.
En dan ging het langzaam verder langs de stille en rustige natuur van Zeeuws-Vlaanderen.
Het oogde wat tegennatuurlijk, het loge gevaarte van het grote zeeschip temidden die stille vredige natuur.

Het was al 19 uur geworden en de maag begon te grollen.
In de mess voor de passagiers stond eten uitgestald aan een doorgeefvenster met neergelaten rolluik.
En omdat niemand ons verteld had wanneer we konden eten, ben ik dan maar mezelf gaan bedienen.
De andere passagiers deden hetzelfde.
Naderhand, toen we het prikbord van de mess eens gingen onderzoeken bleek dat de maaltijd al lang klaarstond en wij dus de normale etenstijd hadden gemist uit onwetendheid.
We hadden dat prikbord al eerder moeten gaan aflezen, dan hadden we het geweten.
Meteen noteerden we ook aandachtig de overige etenstijden zodat we niet meer voor een verrassing zouden staan.
Ontbijt van 7h30 tot 9h00, middagmaal van 11h30 tot 12h00, en avondmaal om 17h00.

In Terneuzen, voor de sluizen, moesten we wachten op een ander groot zeeschip dat eerst aan de beurt kwam.
Dan gingen we op onze beurt de sluis in en werden we versast naar het waterniveau van de westerschelde.
Dat duurde allemaal wel even en ondertussen was het al 20 uur geworden.
We hadden al die tijd tegen amper 12 km/h gevaren, waarschijnlijk voor de veiligheid.
Nu kwamen we de westerschelde opgevaren en de snelheid van de boot nam toe tot 24 km/h.
Rond 21 uur passeerden we Vlissingen waarop we van op het schip een fantastisch mooi zicht hadden.

Met verhoogde snelheid ging het nu langs de lang uitgestrekte smalle strandlijn voorbij de stad, met zijn vele strandhokjes en terraspaviljoentjes voor strandgasten.
Gezien het warme weer waren nog veel strandgasten op het strand en werd ons schip bewonderend aangestaard van op de kant.

Na een tijdje verdween echter geleidelijk de kust uit het zicht en koos ons schip de volle zee.
Tijd nu om even een positie op te nemen met de kleine GPS die ik in mijn handtas bij had.
Het was nu 21h40 en we waren 51.32.33.9 N. en 003.25.05.1 E., dus even buiten de monding van de westerschelde, en begin van de Noordzee. We hadden volgens mijn GPS 54 km afgelegd en hadden nog minstens 871 km te gaan tot onze bestemming Göteborg.

Mijn GPS was een kleine GARMIN ETREX, uitstekend geschikt voor mijn eigen navigatie op zee.
Het gaf mij telkens ik erom vroeg onze positie in graden, minuten en seconden Noorderbreedte (N) en Oosterlengte (E), eveneens de snelheid van het schip voor het gemak ingesteld in km/h, de relatief afgelegde weg in km, en de relatieve afstand nog te gaan tot bestemming Göteborg.
Ik had er eveneens op voorhand een aantal interessante locaties als waypoint in geprogrammeerd, zodat ik ook telkens een idee had waar en op hoeveel afstand het schip zich bevond tegenover deze locaties.
Zo had ik er volgende locaties in vastgelegd met de coördinaten die ik vond op GOOGLE - EARTH:
Om te beginnen natuurlijk mijn thuisadres, dan de haven van Gent, meer bepaald de kaai vanwaar we vertrokken, dan ook Terneuzen, Vlissingen, Rotterdam, Amsterdam, Bremerhaven, Hamburg, Skagerrak, Kattegat, Kristiansand, Oslo, en uiteindelijk de haven van Göteborg, meer bepaald de kaai van onze bestemming.

Het was ondertussen 22h35 geworden en het begon stilaan donker te worden.
Overal zag ik door het venster van mijn kajuit vele lichten van andere schepen, die ofwel geparkeerd lagen, ofwel langs ons voorbijvoeren.
Ik had ook een kleine VHF-radio mee en kon hier nog heel sterk de Gentse radio-amateur repeater ontvangen in mijn kajuit.

Om 23 uur heb ik de gordijntjes van het kajuitvenster dicht getrokken en ben stilletjes in mijn bed gekropen.
De 'single cabin' die ik betrok viel heel goed mee.
Al het nodige comfort was er zelfs met een zekere luxe.
Er was vloertapijt, airco, een aangenaam bedje met vers linnen en een paar degelijke handdoeken, een tafeltje onder het kajuitvenster, een comfortabel zeteltje, een grote spiegel met een toilettafeltje eronder, vele kapstokken en voldoende universele stopkontakten (zoals thuis), een apart badkamertje met wastafel en spiegel, WC en douche. En onder het bedje was een schuif met een reddingsvest erin, en een lege schuif voor eigen gebruik.
Echt een gezellige kajuit, met een groot venster met zicht op zee.

Het schip kiest nu geleidelijk volle zee en in het donker zie ik vele lichtjes van andere schepen en van boorplatforms in de Noordzee.
We zijn ondertussen op 51.33.47.9 N. en 003.24.33.2 E., snelheid is 30,8 km/h en we hebben 83 km afgelegd.
En zo val ik uiteindelijk in slaap om de volgende morgen om 5 uur al vroeg wakker te worden.

Het is nu vrijdag 3 juli en nog wat vroeg.
Dus lig ik nog een uurtje met mijn gedachten te spelen om eindelijk op te staan en me klaar te maken. Gordijntjes open zeggen mij dat het buiten goed weer is zoals de dag tevoren.
Dus terug zomerse kledij aan en een frisse neus gaan ophalen aan dek.

Even de positie opnemen met de GPS, we zijn nu 51.48.58.1 N. en 003.18.13.2 E.
en varen met een snelheid van 28 km/h. Een rustige snelheid en het valt op dat het schip nauwelijks beweegt behalve de vooruitgang natuurlijk. Dus geen gevaar voor zeeziekte !!!.

Om 7h30 ga ik naar de mess voor het ontbijt.
Dat bestaat uit pistolets met een keuze aan vlees en kaas, een gekookt eitje en koffie uit een thermos. Er is ook fruitsap in de koelkast en het is voor alles zelfbediening.
Na het ontbijt een tijdje in de kajuit doorgebracht om wat nota's te nemen, en dan terug aan dek om van het heerlijke weer en de gezonde zeelucht te genieten.

Af en toe vaart een ander schip voorbij en zie ik boorplatforms in de verte.
Om 8h40 neem ik nogmaals een GPS positie op. 54.07.57.5 N. en 004.59.24.0 E. snelheid van het schip blijft mooi 29,3 km/h en wij hebben nu 348 km afgelegd.
Terschelling ligt op 86 km, Amsterdam op 201 km, Bremerhaven op 244 km, Hamburg op 332 km en Kristiansand op 483 km. van onze positie. Voor het Skagerrak zijn nog 421 km te gaan.
Dat zijn met onze huidige snelheid dus nog meer dan 14 uren varen vooraleer we mogelijk terug land zien.
De tijd wordt gevuld met een praatje te maken met de medepassagiers aan dek vanuit de luie strandstoel, en af en toe wat rondslenteren op de verschillende dekken, posities nemen en nota's maken.

De twee motorrijders zijn Gentenaars en willen met hun motor vanuit Göteborg een heel stuk Scandinavië verkennen en hebben een tentje mee om onderweg in te overnachten.
Plagend zei ik hen op een keer dat ik zopas een motor in zee had zien drijven, waarschijnlijk uit het schip gevallen. Zij waren namelijk een beetje bezorgd om hun motor die zij ergens in het ruim hadden moeten achterlaten. Uiteraard hadden zij het grapje direct door en kon ik mij aan een tegenzet verwachten. Die kwam er toen ik een tijdje na hen naar mijn kajuit wou gaan en de zware deur naar de gang met de kajuiten afgesloten vond.
Gelukkig had ik ondertussen de truk geleerd om die deur te openen.
Zo was het ijs al rap gebroken en kon er af en toe ook wel een grapje af.
We werden stilaan dikke vrienden.
Ook met het koppeltje begon het te vlotten.
De man die eerder nogal gesloten was, bloeide geleidelijk open en was uiteindelijk ook rijp voor een gezellige babbel.

Om 10h40 gaf de GPS aan dat wij ter hoogte van Bremerhaven zaten, op 234 km daar vandaan.
De zeestrook Skagerrak echter was nog 366 km veraf, en onze eindbestemming lag nog op 523 km.

Om 11h30 ging ik naar de mess voor de lunch.
Rijst met balletjes in een sausje, niet echt mijn smaak.
Er komt nu mist op en de zon wordt getemperd. Zicht op zee is nu beperkt.

Door het venster van de mess dat uitgeeft op het voorplecht van het schip zien wij dat een duif zich op een van de containers heeft neergezet en er lekker blijft zitten. Zij was de enige blinde passagier die we op deze trip zagen. Waarschijnlijk is zij pas weggevlogen als er land in bereik was, namelijk toen wij de Deense kust naderden.

Om mijn tijd te vullen ging ik naar mijn kajuit en testte eens het reddingsvest dat in een schuif onder het bed lag. Er hing een lampje en een fluitje aan om de aandacht te trekken bij gebruik als drenkeling in zee.
Om 13h06 waren we Bremerhaven voorbij op 241 km , en bevonden we ons ter hoogte van Hamburg op 309 km er vandaan.

Om 13h30 was onze positie 55.12.24.9 N. en 006.06.07.1 E. en voeren we recht naar de ingang van het Skagerrak, 287 km. verder.

Om 14 uur kregen we een poosje zware mist, maar uiteindelijk kwam de zon er weer door rond 15h10. We waren toen op 55.12.24.9 N. en 006.07.55.0 E. , onze snelheid was 29,5 km/h.

Om 17 uur naar de mess voor het avondeten.
Dat viel mee deze keer want het waren frietjes met steak béarnaise. Het waren wel Deense frietjes en niet zo goed als onze eigen Belgische, maar dat lieten we niet aan ons hart komen.
Zij maakten in ieder geval het flauwe middageten weer goed.

Om 17h30 waren we amper nog 169 km van het Skagerrak op 55.53.32.4 N. en 006.56.02.4 E. dus nog een kleine 6 uren varen er vandaan.

Op het dek was het koppeltje druk in de weer om met de verrekijker zeehondjes te spotten.
In het zwembadje achter de brug waren leden van de bemanning lekker in het water aan het plonsen.
Het zwembadje was ook voor de passagiers beschikbaar en sommigen maakten daar later dan ook goed gebruik van.
De zee was heel kalm, zelfs bijna rimpelloos, maar werd af en toe inderdaad beroerd door een opduikende groep zeehondjes. We konden ze echter niet dichtbij zien, alleen het zwarte kopje dook soms boven water en verbrak het gladde wateroppervlak.

Om 19h50 waren we op 56.20.10.2 N. en 007.26.09.7 E. het skagerrak tot op 108 km genaderd.
Door mijn VHF-radio hoorde ik terug stemmen. Een taal die ik niet verstond, waarschijnlijk Deens.
Tijd om eens een kijkje te gaan nemen op de brug.

Daar stond een knappe jonge dame alleen in het indrukwekkend zenuwcentrum van het schip wacht te houden aan de stuurcentrale. Zij bleek de second-officer te zijn en had de nachtwacht op de brug. Op de radar zag ik land en zij stuurde het schip mooi tussen hindernissen door.
Daar waar vroeger een log stuurwiel nodig was, wordt de klus hier geklaard met een kleine computerstick en scrollmuis en een paar knopjes, want bijna alles hier is gecomputeriseerd.
Er is nog wel een klein stuurwieltje in een console voor manuele besturing, maar dat wordt bijna niet gebruikt. De ganse besturing van dit grote logge schip wordt gedaan met amper een paar knopjes, een scrollmuis en een computerstickje.
Er zijn twee radarschermen in de hoofdconsole, een paar schermen met data, vhf-telefoon en andere controle-organen die de hoofdconsole heel indrukwekkend maken voor de leek.
De brug is een ruime zaal met veel plaats waar zich alle apparatuur bevindt die nodig is voor de besturing en de controle van het schip. Achter de hoofdconsole staat nog eens een even grote tweede console met daarin o.a. de GMDSS radio-apparatuur , schuiven met zeekaarten enz.. Aan de wand hangt een SART, en buiten aan de reling van de brug hangt een EPIRB en een Emergency Voice Recorder. Boven de brug draaien twee radarantennes, en staan er naast een paar vhf en hf-whip antennes voor vhf en kortegolf communicatie, ook nog twee satelietantennes voor INMARSAT communicatie en sateliet-TV.

De vriendelijke jonge dame heeft geen bezwaar dat ik op haar handen sta te kijken en nodigt me zelfs uit vragen te stellen als ik iets wil weten. Ondertussen houdt zij nauwgezet de radar in het oog en brengt af en toe een correctie aan in de besturing van het schip die grotendeels automatisch gebeurt.
Ik neem een paar foto's en blijf haar een tijdje gezelschap houden.
Zij is nieuwsgierig waarom ik eigenlijk deze trip met dit schip maak.
Ik vertel haar dat ik vroeger veel op zeeschepen had gewerkt als radio-engineer, en nu eens wou zien hoe alles ondertussen is ge-evolueerd, en hoe het er nu vandaag aan toe gaat aan boord van een vrachtzeeschip.
In mijn tijd waren er op deze schepen namelijk nog marconisten en een radio-room, maar die zijn er nu niet meer.
Het is nu allemaal GMDSS geworden en de radio-apparatuur staat nu gewoon op de brug tussen de andere apparatuur.

Het werd uiteindelijk laat en bijna tijd om te gaan slapen. Dus wenste ik de jonge dame een goede wacht en ging naar mijn kajuit.
Door mijn kajuitvenster zag ik in de verte nog twee flitsende lichtstralen van een vuurtoren en een aantal rode en groene navigatielichten die me zeiden dat we niet ver van land voeren.
Dat moest waarschijnlijk de landkop van Noord-Denemarken zijn die een zijde van het Skagerrak vormt.
Het was dan 22h42 geworden en we voeren dus waarschijnlijk de zeestrook Skagerrak binnen.

Om 24 uur ging ik slapen om de zaterdag van 4 juli om 6 uur terug wakker te worden. Gedurende de 6 uren die ik aan het slapen was waren we blijkbaar het Skagerrak al doorgevaren en de haven van Göteborg aan het binnenvaren, want door mijn kajuitraam zag ik nu rotsen in zee, navigatielichten en zelfs windmolens in de verte.

We hadden blijkbaar onze bestemming bereikt.
ETA was zaterdag 07h00, en dus was het schip stipt on schedule.
Vlug kleedde ik mij aan en haastte me naar de mess voor het ontbijt en het afscheid nemen van mijn reisgenoten. Want zij gingen hier van boord om met hun wagen en motors hun vakantie in Scandinavië verder te zetten. Ik bleef aan boord om na het laden en lossen met hetzelfde schip terug te keren naar Gent.

Het afscheid was hartelijk en hopelijk zie ik deze mensen nog eens terug.

Na het ontbijt, ging ik van op het dek het laden en lossen van het schip eens aandachtig volgen.
We lagen aan een kade vooraan de haven van Göteborg.
Op de kade stonden massa's containers en nieuwe Volvo-wagens gereed om ingescheept te worden. Ook merkte ik een paar grote gebouwen waar in het groot VOLVO op stond.
Precies zoals op de kade te Gent begon aldaar aanwezig personeel druk met het schip uit te laden en opnieuw te laden met containers en nieuwe Volvo-wagens, ditmaal uit de Zweedse fabriek. Containers werden met een enorme snelheid en precisie met een speciale heftruck de dekken van het schip opgereden en met een pneumatisch systeem erop vastgezet.
Dat was allemaal prachtig routinewerk en de werkwijze was precies dezelfde als in Gent.
Het laden en lossen van het schip zou duren tot ETD van het schip 14h00.

Het was prachtig mooi weer in Göteborg met zon en blauwe hemel en dus nestelde ik mij gezellig in de schaduw, in een strandzeteltje aan dek met mooi zicht op zee en de haven.
Nam er een paar foto's en deed een telefoontje per GSM naar huis om te melden dat we in Göteborg waren aangekomen en er rond 14 uur terug zouden vertrekken.
Het was verder genieten op het dek van het mooie weer en het mooie uitzicht,
en wachten tot vertrek.

Bij het middageten maakte ik kennis met een nieuwe passagier die evenals ik de terugreis naar Gent zou maken. Het was een jonge Nederlander uit Sluiskil die met een ander zusterschip, de TOR MAGNOLIA , een paar dagen eerder naar hier was gekomen, maar een paar dagen in Göteborg was blijven plakken om de stad eens te bezoeken. En die nu met de TOR PETUNIA mee terug zou varen naar Gent. Het was een vlotte kerel die heel praatgraag was en een open boek.
Ook kwamen nog twee Zweedse motorrijders als passagier aan boord en nog een Zweedse chauffeur die met zijn camion vanuit Gent naar Engeland moest. Deze laatste had zijn zoontje bij die waarschijnlijk met zijn vader eens mee mocht tijdens de vakantie.

In de mess kwam de kapitein van het schip ons allemaal uitnodigen om het vertrek uit Göteborg van op de brug mee te maken, en om s'avonds naar de BBQ te komen die hij aan dek zou geven.
Door een onregelmatigheid ergens met het laden van het schip, kon het schip echter niet op tijd vertrekken en vertrok het een driekwartiertjes later. Dat was dus rond 14h45.
Maar dat was geen probleem want volgens de kapitein zouden we niettemin op tijd in Gent aankomen.
Het bleek later alleen maar een kwestie te zijn van de vaarsnelheid wat te verhogen.
Alles was namelijk perfect getimed, en er werd daarbij zelfs rekening gehouden met het brandstof verbruik.

Uiteraard was ik op tijd op de brug en volgde met aandacht de vakkundige manoeuvres die de kapitein en de first-officer uitvoerden om het logge schip veilig tussen de vele rotseilanden aan de ingang van de haven door te loodsen.
De ingang van de haven lag namelijk bezaaid met rotseilandjes.
Die rotsen hadden ook een speciale vorm, helemaal bol afgeplat, wat hen een spookachtig uitzicht gaf.
Echt ongelooflijk hoe de kapitein en de first-officer op de brug erin slaagden om tussen die gevaarlijke rotseilandjes door te manoeuvreren.
Op de brug had je daarvoor aan elke uitkant links en rechts nog een aparte console staan met alle noodzakelijke bedieningselementen waarmee het schip van uiterst opzij van de brug kan bestuurd worden.
En die besturing was hier wel echt nodig.
Normaal is daar een loods voor nodig, maar de kapitein op dit schip had de nodige licenties om dit zelf te doen.
De first-officer, die momenteel de wacht op de brug betrok, was evenals de second-officer, een jonge dame.
Grappig dat twee fragile jonge dames zo een groot monster van een zeeschip met alle gemak onder controle kunnen houden, allemaal dank zij de moderne techniek.

Zo voeren we langzaam en omzichtig de haven uit naar de zeestrook Kattegat toe.
Op de brug waren een paar zitplaatsen voorzien aan het raam voor bezoekers van de brug.
Van daaruit was het prettig hoog uitkijken op het voorplecht van het schip en alles wat zich voor het schip afspeelde. Ik heb er een hele tijd gezeten en maakte af en toe een gezellig praatje met de first-officer. Af en toe een blik gaan werpen op de radar en de andere instrumenten om de werking van het schip te volgen. Wat foto's maken en wat notities maken voor later thuis.

Rond 17 uur, de tijd van het avondeten, werden twee BBQ-stellen naar het bovendek gebracht, en werden drie bankstellen opgesteld met borden en bestek voor een 20-tal personen.
Om 18 uur kwamen alle bemanningsleden die vrij waren, en alle passagiers aan tafel en begon een heuse BBQ aan boord van het varend schip. Spijtig van het weer want er was ondertussen een sterke gure wind opgestoken en die vergalde veel van het BBQ-plezier. Het eten was goed maar toch maakte ik het kort om geen verkoudheid op te lopen. Om aan die gure wind te ontsnappen ging ik dan maar netjes binnenzitten achter het raam op de brug.

Gedurende gans die tijd voeren we ook het Skagerrak door, en was er steeds land te zien aan bakboordzijde.
Om 19h12 nam ik nog even een positie met de GPS en noteerde 57.35.38.1 N. en 009.42.16.9 E.
We waren toen al 93 km weg uit het Skagerrak.

Tezamen met de gure wind werd ook de zee een stuk onstuimiger en er vormden zich witte schuimkoppen op de golven. Maar van storm was over het ganse traject geen sprake.

Ondertussen had ik ook kennis gemaakt met een van die Zweedse motorrijders.
Een boom van een vent, een echte viking van postuur en gelaatstrekken.
Hij was een vliegtuigtechnicus en maakte met zijn motor een vakantietrip vanuit Belgie terug naar Zweden. We hadden het daarbij over de Scandinavische talen en hij legde mij het verschil uit tussen Noors en Zweeds. Zij verstaan mekaar wel een beetje, maar niet zo goed als ik dacht. Daarbij ' zingen' de Noren een beetje zoals bij ons de Limburgers doen.
Hij vertelde een stukje geschiedenis van Zweden, en ik vertelde hem een beetje over de geschiedenis van België en onze communautaire strubbelingen en politiek.
Achteraf beklaagde ik mij dat wel een beetje want dit was allemaal niet iets om fier op te zijn tegenover een buitenlander.

Rond 21 uur passeert ons ver aan de horizon een groot passagierschip.
Ondanks mijn verrekijker kon ik spijtig genoeg de naam niet lezen.
Het voer in de richting waar wij vandaan kwamen en had misschien als bestemming ook Scandinavië.
Het werd stilaan stil op zee en er was niet veel meer te beleven.
Dus ging ik naar mijn kajuit en probeerde wat te slapen.
Maar dat ging zomaar niet want de vibraties die de motoren van het schip tot in mijn bed opwekten hielden me wakker.
Om op tijd in Gent aan te komen, na de kleine vertraging bij het laden van het schip in Göteborg, moest de snelheid van het schip opgedreven worden en traden er trillingen op in de wanden van het schip die zich overal in voortplantten. Slapen ging daardoor moeilijk want er hing precies al de tijd een vibrator aan mijn hoofd.
Dat het uiteindelijk dan toch lukte bewees dat ik de volgende morgen, zondag 5 juli, pas wakker werd om 7 uur.

Door het venster van mijn kajuit zag ik aan stuurboord terug een groot wit schip met heel veel dekken ons in tegenzin passeren.
Waarschijnlijk terug een groot passagierschip dat richting Scandinavië voer.
Doordat de ruiten van mijn kajuit wat aangedampt waren, en door de vibraties van ons schip, kon ik de naam van dit grote schip terug niet aflezen.
Spijtig dat ik op dat ogenblik niet op de brug was want dan kon ik op de radar meer over dit schip te weten komen.
Elk zeeschip heeft namelijk AIS aan boord waardoor je, met een muisklik op het radarbeeld, alle gegevens van het onbekend schip op het radarbeeld kunt aflezen.

Dan maar gauw naar de mess voor het ontbijt en om 8h45 terug aan dek.
Het weer was ondertussen al terug een stuk beter en ik kon rustig verder op het dek genieten van de strandstoel en de open wijde zee.
De GPS zei me dat we met een snelheid van ditmaal 37,6 km/h vaarden, en dat we ons al ter hoogte van Bremerhaven bevonden op zowat 246 km er vandaan.
Onze positie was 54.06.38.4 N. en 004.58.00.9 E. en wij voeren recht op Vlissingen af dat nog 304 km van ons vandaan lag. Met onze huidige snelheid dus nog zeker 8 uren varen.

Nadat we Bremerhaven op 263 km gepasseerd waren, begonnen in de verte boorplatforms in zee op te duiken.
Ik zag er opeens met de verrekijker niet minder dan 7 stuks.
De zon brak mooi door en er bleef uiteindelijk nog slechts een beetje bewolking over.

Bij de lunch om 12 uur waren het vandaag frietjes en dat liet ik mij als Belg weer eens goed smaken.
Onze positie was nu 53.05.31.6 N. en 004.15.27.0 E. en we vaarden nog steeds met een bijna constante snelheid van 37,4 km/h. Amsterdam lag op 90 km en dus naderden we land.
Vlissingen echter lag nog op 187 km voor ons wat nog 5 uren varen betekende.

Om 13h50 lag Vlissingen nog maar op 130 km schuin voor ons en was onze positie 52.35.40.5 N. en 009.43.43.7 E.
Er kwam meer bewolking op, en terug waren vele boorplatformen te zien op zee rondom ons. Aangezien we steeds dichter bij land kwamen begaf ik mij nu terug naar de brug om de radar eens te gaan bekijken.
En inderdaad, daar zag ik het Nederlandse vasteland al goed in beeld komen.

De stuurman van wacht was deze keer de man die aan de BBQ-tafel naast mij was komen zitten. We hadden eerder reeds kennis gemaakt en dus wist ik dat hij nog maar pas hier aan boord was. Die mannen zijn namelijk afwisselend twee weken op zee en twee weken thuis, wat hun zeemansleven als gehuwde huisvader met vrouw en kinderen nog altijd levenswaardig maakt.

Stilaan naderden we de naderzone van Vlissingen en op de radar zag ik het punt waar het schip zich bij MAAS APPROACH moest melden, een half uurtje op voorhand.
Daar aangekomen meldde de stuurman zich per radio en meldde Maas Approach dat we geen zeeloods nodig hadden maar alleen een rivierloods.
Zoals eerder gezegd had de kapitein ook voor deze zone zelf een licentie.
Op de radar begon het te krioelen van stippen en merktekens die zowel de schepen, geparkeerd in speciale parkeerzones voorstelden, als schepen in beweging, tezamen met boeien en andere obstakels in zee. En was het voor de stuurman opletten om geen aanvaringen te veroorzaken.
Voor ons waren op de radar namelijk twee schepen te zien die onze koers gingen kruisen en de radar had al berekend hoe dit zou gebeuren.
Het ene schip was een groot schip dat nu ook aan de horizon zichtbaar was maar dat zich tijdig van onze koers verwijderde.
Het andere schip, dat ook aan de horizon zichtbaar was, was trager en moest in de gaten worden gehouden. Het zou onze koers gevaarlijk kunnen kruisen en daarom gaf de stuurman een kleine correctie aan onze geprogrammeerde heading.

Bij het naderen van Vlissingen hadden we even een beetje regen gehad maar dat was niet noemenswaardig en spoedig kwam de zon er terug door.

Om 16h07 waren we nog slechts 52 km en dus nog 2 uren varen van Vlissingen.
Positie was 51.52.26.6 N. en 003.19.13.8 E. en we passeerden de vele geparkeerde schepen die we op de radar al eerder in de parkeerzones hadden zien liggen.

Om 17 uur was het terug tijd voor het avondeten en verliet ik de brug.
Het avondeten was een voltreffer.
Rijst met steak in appelsiensaus, en die appelsiensaus was nu eenmaal een favorietje van mij, hoe kon de kok dat weten !
Mijn reisje begon naar zijn einde te lopen en dus was dit de laatste maaltijd voor mij aan boord van dit schip.
De maaltijden vielen nogal mee en waren van tijd zelfs zeer naar mijn smaak.
In ieder geval was er genoeg te eten want er stond gans de dag wel iets uitgestald in de mess.
En koffie met wat versnaperingen was er gans de dag steeds vrij beschikbaar .

Van uit de mess zagen we door de vensters vooraan land opduiken aan bakboord.
Onze Nederlandse vriend, die al die tijd met de twee Zweden was opgetrokken en er een ganse namiddag had zitten mee kaarten in de mess, vertelde de beide Zweden dat dit Walcheren was.
En vermits hijzelf afkomstig was van Vlissingen, volgde een hele uitleg over al de wetenswaardigheden dienaangaande.

Ik begaf me naar het achterdek en aanschouwde, met enig genoegen van eindelijk terug land te zien, de lange smalle landstrook die zich aan bakboord uitstrekte.
Die lange landstrook ging geleidelijk over in een smal langgerekt zandstrand met onnoemlijk veel badhuisjes en vele terraspaviljoentjes die we ook bij ons vertrek uit Gent al gezien hadden.
En het weer moest hier vandaag goed geweest zijn want de zandstranden waren nog goed gevuld met zonnebaders.

Naargelang we de landstrook rond vaarden, kwam de stad Vlissingen in het gezicht.
Het was een prachtig zicht om met deze grote boot daar langzaam langs te varen.
Ook de Zweden stonden nu aan dek tezamen met de Nederlander wiens uitleg niet te stoppen was.

Terwijl we daar van al dat moois stonden te genieten, kwam een duif bij ons aan dek zitten.
Het beestje miste blijkbaar iets want het waagde zich heel dicht bij ons en tippelde rond onze voeten. Het had twee ringen aan en was dus blijkbaar een verloren geraakte huisduif.
Omdat ik dacht dat het misschien honger had, liep ik vlug naar de mess en graaide er snel wat koeken weg om aan het beestje te geven. Ik brak wat stukjes van de koeken en verpulverde ze tot eetbare stukjes voor de duif. Maar ze at er niet veel van en was dus blijkbaar beter gewoon. Na een tijdje droop ze dan ook maar af.

Toen viel mij pas op dat het schip vertraagde en dat een kleine motorboot naar ons kwam toe gevaren.
Het was de Belgische loodsboot 'Jan Breydel' die een rivierloods bij ons kwam afzetten.
We waren namelijk de westerschelde aan het opvaren en daar moest altijd een rivierloods bij aanwezig zijn op de brug.
We zagen de kapitein die man hartelijk begroeten want die bleken mekaar al zeer goed te kennen.
En terwijl het loodsbootje terug naar land voer, nam de loods de controle van het schip op de westerschelde en het kanaal Gent-Terneuzen over.
Het was nu tijd om in te pakken en mij gereed te maken om te ontschepen.

In Terneuzen aangekomen gingen we de grote sluis in en werden we terug versast naar het waterniveau van het kanaal.
Na de sluizen van Terneuzen voeren we het kanaal naar Gent op en genoten daar van het enig mooie zicht op het rustige vlakke land dat Zeeuws-Vlaanderen biedt.
We passeerden de bruggen van Sluiskil, Sas van Gent en uiteindelijk ook de brug van Zelzate.
De Vlaamse Leeuw op die brug vertelde mij dat we terug thuis waren, en dus nam ik mijn GSM en belde even naar huis om te zeggen dat we aankwamen.
Om 22 uur, precies on schedule, meerde de TOR PETUNIA aan bij de TOR LINE kade in de haven van Gent.

Een bemanningslid van het schip nam ons met een kleine lift naar de benedendekken waar de motorrijders hun motor terugzagen en de Zweedse chauffeur zijn camion.
Ikzelf vond naast de gate mijn trouwe wagen terug op de bezoekersparking waar ik hem vorige donderdag had achtergelaten.



Herman Van Langenhove
Lovendegem



info: http://www.dfdstorline.com/
Ghent Tel: +32 9 2691269
E-Mail: mailto:bookings.gent@dfdstorline.com

------------------------------------------------------------------------------------------------

Labels: DFDS Tor Line, Haven van Gent, Herman Van Langenhove, Reisverhaal, Reisverhalen, Reisverslag, TOR PETUNIA, Vrachtschip, Zeereis, Zeereisje, Cargo ship cruises, Freight ship cruises, cruises,